Braziliaans jiu-jitsu , ook wel afgekort als BJJ, is een zelfverdedigingskunst en vechtsport gebaseerd op worstelen , grondgevechten en submission holds . BJJ is voornamelijk een grondgevechtsstijl en richt zich op het naar de grond brengen van de tegenstander, het verkrijgen van een dominante positie en het gebruiken van een aantal technieken om ze tot onderwerping te dwingen via gewrichtsklemmen , wurggrepen of compressieklemmen.

​

Het werd voor het eerst ontwikkeld rond 1925 door de Braziliaanse broers Carlos , Oswaldo, Gastão Jr. en Hélio Gracie , nadat Carlos in 1917 een hybride vechtstijl van traditioneel Jujutsu en Kodokan judo had geleerd van een reizende Japanse judoka, Mitsuyo Maeda . Later ontwikkelde de familie Gracie hun eigen zelfverdedigingssysteem dat ze Gracie Jiu-Jitsu noemden. BJJ werd uiteindelijk een eigen gedefinieerde vechtsport door de innovaties, praktijken en aanpassingen van Gracie jiu-jitsu en judo , en is een van de essentiële vechtkunsten voor moderne MMA geworden.

Grappling is een vechttechniek gebaseerd op worpen , trips, sweeps , clinch fighting , grondgevechten en submission holds . Grappling verscheen in 1990 - 2010 .

Grapplingwedstrijden omvatten vaak take-downs en grondcontrole , en kunnen eindigen wanneer een deelnemer zijn nederlaag toegeeft. Mocht er na het verstrijken van de wedstrijdtijdslimiet geen winnaar zijn, dan bepalen de wedstrijdrechters de winnaar op basis van wie de meeste controle uitoefende.

Grappling omvat meestal geen stoten of het gebruik van wapens . Echter, sommige vechtstijlen of vechtkunsten die vooral bekend staan om hun grappling-technieken, leren tactieken die stoten en wapens omvatten, hetzij naast grappling of gecombineerd ermee.